LOB en kansrijke keuzes op het vmbo
Voor optimale studieloopbaankeuzes is zowel de aansluiting op interesses en talenten, als de aansluiting op de vraag naar arbeid van belang. Leerlingen hechten groot belang aan dit laatste; ze hechten veel waarde aan een keuze waar ze werk mee kunnen vinden, zelfs nog iets sterker dan de aansluiting op interesses en talenten. Maar voor scholen ligt de prioriteit bij LOB vooral bij interesses en talenten en veel minder bij de aansluiting op de arbeidsmarkt. LOB heeft dan ook weinig invloed op kansrijk kiezen.
Vanuit school kiest men vaak voor bevestiging van keuzes van leerlingen. Dit geldt zeker bij de keuze van de vervolgopleiding. Bij de profielkeuze geldt dit iets minder, want hier wordt gekeken of de keuze past bij de resultaten voor vakken. Kansrijk kiezen speelt daarbij minder een rol. Van alles wat ze geleerd hebben van LOB zijn leerlingen het minst positief over wat ze hebben geleerd over kansen op werk. In deze context is het niet verbazingwekkend dat de effecten van LOB op kansrijke keuzes beperkt zijn. Veel leerlingen kiezen – ondanks dat ze twijfelen – voor opleidingen die op de arbeidsmarkt een verhoogde kans op werkloosheid en een lagere beloning geven. Vooral voor de meer kwetsbare groepen, bijvoorbeeld leerlingen die een mbo2-opleiding gaan volgen, of leerlingen met een migratieachtergrond, is dit nadelig.