Praktijkvoorbeelden LOB

Expertisepunt LOB
< overzicht

Een loopbaandossier om trots op te zijn

Het loopbaandossier aan het eind van leerjaar 4: het is wettelijk verplicht, dus alle vmbo-leerlingen hébben het. Maar ze zijn er niet trots op, en daarom nemen ze het zelden mee naar hun kennismakingsgesprek op het mbo. Om te laten zien dat het ook anders kan, organiseerde LOB-regio Eemland in januari de eerste Week van het Loopbaandossier. Coördinator Daniël Kers: Als het loopbaandossier echt iets over jou zegt, dan wil je het ook meenemen.

 

Een persoonlijk loopbaandossier, dat écht iets zegt over jou en over je motieven om voor een vervolgopleiding te kiezen, hoe ziet dat er eigenlijk uit? LOB-regio Eemland ontwierp een aantal posters met aansprekende voorbeelden. Een leerling die tekenen en schilderen echt fantastisch vindt om te doen ('Ik kom dan helemaal tot rust’) wil bijvoorbeeld de mbo4-opleiding Specialist Schilder volgen op het Cibap. Ze wil later hele grote muurschilderingen maken. Doel op het mbo: ’Ik wil graag nog realistischer leren schilderen en vooral mijn eigen style nog meer ontwikkelen’. 

Een leerling die zich aanmeldt voor de mbo4-opleiding Verpleegkunde, heeft ter oriëntatie open dagen bezocht en familieleden gesproken die de opleiding ook hebben gedaan. Ze wil doorstromen naar het hbo en verpleegkundige worden op de spoedeisende hulp of een afdeling kinderverpleegkunde. Ze voegde in een kader een citaat toe: ‘She never quit taking care of people. That was the joy of her life’. En een leerling die van jongs af aan geïnteresseerd is in auto’s en al stage liep bij een garage, merkte bij de open dag van de opleiding Technisch Specialist Autotechniek dat hij bij alle gesprekken aan het glimlachen was. Het was duidelijk: dit was echt hét beroep voor hem.

Het plezier en de motivatie spatten ervan af en let wel: de teksten komen uit bestaande loopbaandossiers van leerlingen. “De vormgeving hebben we wel aangepast, om te laten zien dat je er echt smoel aan kunt geven”, vertelt Daniël Kers, stafmedewerker LOB en coördinator van de Week van het Loopbaandossier. Het doel van deze themaweek, die in januari voor het eerst werd gehouden, was om te laten zien dat het loopbaandossier iets kan zijn waar je trots op bent en wat je graag mee wilt nemen naar het kennismakingsgesprek bij je vervolgopleiding, en ook om mbo-opleidingen op te roepen er actief naar te vragen bij de matching. Er werden voorlichtingsmaterialen en LOB-lessen ontwikkeld, en gratis beschikbaar gesteld aan vmbo- en mbo-scholen. Daniël Kers was verrast over hoeveel animo er was om mee te doen. “Ik had op LinkedIn een paar berichten gepost over de Week van het Loopbaandossier met een link naar de materialen. Uiteindelijk deden 54 scholen mee, waarvan 23 vmbo-scholen in onze regio.”

 

Uit jullie jaarrapportage bleek dat maar 20% van de vmbo-leerlingen hun loopbaandossier meeneemt naar de kennismaking op het mbo. Dat is weinig! Hoe komt dat?
“Landelijk gezien is het nog best veel, maar het kan natuurlijk beter. Leerlingen nemen het meestal niet mee omdat ze er gewoon niet trots op zijn. Op veel scholen volgt het loopbaandossier automatisch de LOB-methode. Dat gaat dan vaak zo: in leerjaar 1 maak je een testje over je kwaliteiten, dat is dan afgevinkt, en aan het eind van leerjaar vier komt dat automatisch in je loopbaandossier, zonder dat je er iets in kunt aanpassen. Maar wat je in de eerste klas invulde, is in negen van de tien gevallen helemaal niet wat je ook in leerjaar 4 nog vindt. Dan zegt zo’n leerling natuurlijk ‘Wat een stom loopbaandossier, er klopt niks van!’ Dat snap ik helemaal. En als je er niet trots op bent, waarom zou je het dan meenemen naar je kennismakingsgesprek op het mbo? 

Maar het kan echt anders. Persoonlijker en actueler. We pleiten daarom voor een vertaalslag. Maak zélf een samenvatting van maximaal twee A4’tjes van je loopbaanportfolio, in een stijl die je zelf kiest. Vertel op een persoonlijke manier over je studiekeuze, waarom je deze studie kiest en wat je hebt gedaan om tot deze keuze te komen. Dan weerspiegelt je loopbaandossier precies de dingen die jij belangrijk vindt, en die je ook graag wilt laten zien aan de mensen bij je vervolgopleiding, zodat ze je kunnen helpen bij het bereiken van je doelen.”

 

Behalve de posters hebben jullie ook lesmateriaal ontwikkeld. Hoe zag dat eruit?
“Het idee was dat leerlingen in deze week een begin zouden maken met zo’n persoonlijk loopbaandossier. We hebben daarom lesmateriaal ontwikkeld waarin elke schooldag een andere loopbaanvaardigheid belicht wordt. Op maandag oefenen leerlingen bijvoorbeeld met het benoemen van kwaliteiten, van zichzelf en ook van elkaar. En op dinsdag was er een les over motievenreflectie, waarbij leerlingen opschreven waar ze energie van krijgen en waarom.

Het zijn oefeningen van tien minuten tot een kwartier. We hebben de oefeningen bewust klein gehouden, zodat je ze ook gemakkelijk aan andere vakken kunt koppelen. Daar leent zo’n persoonlijk loopbaandossier zich sowieso goed voor. Bij Nederlands kun je bijvoorbeeld oefenen met het maken van een samenvatting van je LOB-portfolio, bij tekenen kun je experimenteren met de vormgeving, en bij Engels kun je misschien op zoek naar een mooi citaat dat iets zegt over jouw motieven om te kiezen voor deze vervolgopleiding.”

 

Hoe reageerden scholen?
“Scholen waren vaak meteen enthousiast als ze de posters zagen. Bijna iedereen heeft bij ‘Loopbaandossier’ een beeld van een standaard Wordbestand dat je moet invullen. Nu zeiden creatieve docenten: ‘Wacht even, als dit óók mag, dan hebben we nog wel meer ideeën!’ Want leerlingen kunnen bijvoorbeeld ook een blog of een vlog maken.

Decanen reageerden heel positief. Ze waren blij dat er LOB-materiaal werd aangereikt dat ze een-op-een konden doorsturen naar mentoren en vakdocenten, die er meteen mee aan de slag konden. LOB wordt meestal behandeld in een lesuur. Dit was LOB, maar dan in de vorm van een korte oefening. Voor sommige vakdocenten was dat echt een eyeopener: zij konden bij hun lessen tekenen, Duits, geschiedenis of Nederlands dus óók iets doen met LOB! Een van de opdrachten, over loopbaansturing, gaat bijvoorbeeld over het maken van een Succes-schema: welk persoonlijk doel wil je bereiken, wat heb je daarvoor nodig? Dat hoeft natuurlijk niet per se een LOB-doel te zijn. Ik hoorde dat die oefening gebruikt was in een les Aardrijkskunde, bij de voorbereiding op een proefwerk. Daarbij oefen je immers ook vaardigheden op het gebied van doelen stellen en een planning maken.”

 

Dat laat eigenlijk zien: LOB is breder dan de mentorles.
“Dat is ook zo. LOB gaat over persoonsvorming en persoonlijke ontwikkeling. In essentie gaat het over de vraag ‘Hoe zie ik mezelf in relatie tot de wereld om me heen?’ LOB begint al bij vakdocenten die zelf trots zijn op wat ze doen, en die vanuit die trots kunnen vertellen waarom hun vak belangrijk is. Daarmee zeg je tegen leerlingen: ‘Wat je hier leert, dóet ertoe’. Dat is de basis die elke vakdocent moet kunnen overbrengen. Maar daarnaast kun je ook breder kijken. Leerlingen moeten uiteindelijk loopbaanvaardig en keuzevaardig worden. De LOB-competenties die ze daarvoor ontwikkelen, zoals kwaliteitenreflectie en motievenreflectie, zijn eigenlijk algemene vaardigheden, die je in elke les kunt oefenen. Vervolgens is het fijn als dat samenkomt in de LOB-les, waar een mentor of coach dan uitlegt dat je die vaardigheden ook kunt toepassen op je loopbaanplan. Dan kunnen leerlingen er ook met elkaar over in gesprek gaan, want juist daardoor ontdek je ‘Hé, ik vind dit kennelijk leuker dan jij’, of ‘Kennelijk kan ik iets goed.’”

 

Op mbo-scholen wordt bijna nooit gevraagd naar het loopbaandossier. Waar komt dat door?
“Op het mbo wordt meer gekeken naar het doorstroomdossier. Dat gaat echt over de ondersteuningsbehoefte van een leerling: in hoeverre heeft die extra begeleiding nodig? Dat doorstroomdossier wordt, op basis van afspraken tussen scholen, in 80% van de kennismakingsgesprekken wél behandeld, terwijl het wettelijk niet eens verplicht is. Dat leerlingen een loopbaandossier maken is wel wettelijk verplicht, maar dat kwam pas later. Dan is de gedachte al snel ‘We hébben al een dossier’. De vmbo-leerlingen vormen ook maar een deel van de mbo-instroom.

We zouden graag zien dat begeleiders bij een kennismakingsgesprek met vmbo-leerlingen actief naar het loopbaandossier vragen. Het is relevant, want ook op het mbo wordt het persoonlijke verhaal van de leerling steeds belangrijker. Je kunt alle studenten hetzelfde studieloopbaan-programma laten doorlopen, maar je kunt ook maatwerk bieden. Dan is het mooi als leerlingen bij de overstap al iets hebben waar je samen serieus naar kunt kijken. Leerlingen krijgen dan het gevoel dat er echt naar ze wordt geluisterd, en je kunt ze als school ook beter ondersteunen bij de doelen die ze willen bereiken. Of de extra aandacht heeft gewerkt, weten we trouwens pas over een paar maanden, dat gaan we nog onderzoeken.”

 

Heb je zelf eigenlijk wel eens een loopbaandossier gemaakt?
“Zeker! Toen ik decaan werd, was het loopbaandossier voor mij ook iets nieuws. Ik dacht: als we het aan leerlingen vragen, waarom dan niet aan onszelf? We zijn er op een teamdag mee aan de slag gegaan. Het idee was om het loopbaandossier te gebruiken in ons persoonlijk ontwikkelplan, en ook om te ervaren wat we eigenlijk vragen van leerlingen. Bij een vraag als ‘Noem dingen waar je goed in bent’ merk je dan al meteen dat het best lastig is om die zomaar te beantwoorden. Het heeft aandacht nodig en het zet je aan het denken – logisch dat leerlingen dat niet zomaar even tussendoor doen.
Ik kan iedereen aanraden om zelf ook eens zo’n loopbaandossier te maken, want het geeft inzicht en daarnaast is het leuk om weer eens je eigen vaardigheden in beeld te hebben. Waarom doe ik wat ik doe? Wat is eigenlijk mijn doel, wat heb ik nodig om dat te bereiken? Dat is, ook als volwassene, heel nuttig om eens op papier te zetten. Een doel kan trouwens ook klein zijn. Misschien wil je gewoon een keer bij een collega meelopen in de les, dat is meestal best makkelijk te organiseren.”

 

Organiseren jullie volgend jaar weer een Week van het Loopbaandossier?
“Dat zijn we zeker van plan. De lesopdrachten houden we dan ook weer klein en gemakkelijk, maar we willen wel graag dat er meer aandacht komt voor het loopbaandossier. Misschien kunnen we het proces dan wat meer naar voren trekken, en benadrukken dat het loopbaandossier niet iets is wat je even in elkaar draait vlak voor je studiekeuze. Het is het resultaat van een proces dat je vanaf leerjaar één op het vmbo het liefst al twee keer per jaar doormaakt, waarbij de verschillende loopbaankeuzes steeds opnieuw aan bod komen. Je doelen kunnen wijzigen, je interesses veranderen, je kwaliteiten groeien, je beeld van de vervolgstudies verandert ook. Het is mooi als leerlingen gaandeweg ontdekken en ervaren: ’Hé, ik groei, ik ontwikkel mezelf!’, en dan weer even opnieuw onderzoeken hoe hun keuzes daarbij passen.  Als het loopbaandossier dát proces laat zien, is het echt iets waar je trots op bent.”

 

Tekst: Anne Wesseling Fotografie Hetty van Oijen

Meer informatie?