Praktijkvoorbeelden LOB

Expertisepunt LOB
< overzicht

Het voormalige Slotervaartziekenhuis als opleidingsplek

“Studenten maken hier op alle mogelijke manieren kennis met het werkveld van de gezondheidszorg.”
 

Mbo-studenten van de zorg- en welzijnsopleidingen van ROC TOP krijgen sinds het begin van dit studiejaar les in het gebouw van het voormalige Slotervaartziekenhuis, temidden van medische bedrijven en instellingen. Docent verpleegkunde Judith Bromet en facilitair coördinator Brenda Weij vertellen over het ziekenhuisgebouw als opleidingsplek.

Hoe kan een gebouw meehelpen om studenten voor te bereiden op de beroepspraktijk? Het is nu te zien in het voormalige Slotervaartziekenhuis in Amsterdam. Sinds september krijgen zo’n 1500 studenten van de opleidingen binnen Zorg en Welzijn van ROC TOP hier les, in een aantal vleugels op de vijfde en zesde verdieping.

Judith Bromet is opleidingsmanager van de opleidingen Verpleegkunde en Verzorgende bij ROC TOP. Brenda Weij is als coördinator Servicepunt verantwoordelijk voor de faciliteiten. “Mijn allereerste baan als verpleegkundige was in het Slotervaartziekenhuis”, zegt Judith. “Dus toen ik hier voor het eerst weer binnenkwam was het echt een déjà vu: dit was waar ik begon, hier liep ik! Collega’s hadden dat ook, want ik ben niet de enige docent die hier vroeger heeft gewerkt. Sommige studenten zeiden: ‘Ik ben hier geboren’, want op de zesde verdieping was de afdeling gynaecologie. Of ze kennen het gebouw omdat familie in het Slotervaartziekenhuis heeft gelegen.” “Nadat het ziekenhuis failliet was gegaan, verkocht de gemeente het gebouw aan projectontwikkelaar Zadelhoff, onder de voorwaarde dat het een zorg-gerelateerde bestemming zou krijgen”, vertelt Brenda. “Wij zijn er als een van de eerste ingetrokken en verder zijn er nu onder meer een bloedbank, een diabetisch centrum en een locatie van het Antonie van Leeuwenhoekziekenhuis. De projectontwikkelaar had het gebouw aanvankelijk omgedoopt tot ‘Centrum voor Zorg’, maar iedereen noemt het gewoon ‘het Slotervaart’. Daaraan zie je wat een naam doet.”

Judith: “Als ik zeg dat ik in het Slotervaart werk, is de reactie vaak: ‘Hè, maar het is toch geen ziekenhuis meer?’ Dan moet ik uitleggen wat er veranderd is.”

 

Is het een groot contrast met waar jullie vandaan komen?

Judith: “Hiervoor zaten we in De Klencke in Amsterdam-Zuid. Dat was oorspronkelijk een kantoorgebouw en had totaal geen ziekenhuis-uitstraling, maar het was wel kleinschalig en knus. Voor onze studenten voelt het Slotervaart als een heel groot gebouw en de reistijd is ook vaak langer. Maar het gebouw zelf vind ik mooi. In mijn herinnering was het toen ik hier werkte echt een oud gebouw, het was niet de meest positieve periode. Nu is het is opgeknapt, nieuw, schoon, en alles werkt. Er is veel daglicht, de akoestiek in de lokalen is echt goed. Het voelt prettig. We zitten vrij hoog, als je naar buiten kijkt zie je zoveel: het uitzicht over Amsterdam, aan de andere kant de vliegtuigen die landen op Schiphol.”
Brenda: “Van buitenaf gezien is het een groot gebouw, maar eenmaal binnen is het zo ingericht dat het al snel ook best knus is. De lokalen zijn bijvoorbeeld geschikt voor 12, 18 en 24 personen. Als je twaalf studenten lesgeeft, zit je dus niet tegen lege tafels aan te kijken. En er is veel hout verwerkt, vandaar die fijne akoestiek. De omgeving is helemaal gericht op zorg en welzijn. Voor de studenten is dat een voordeel, de plek waar ze later kunnen gaan werken, daar zitten ze nu al middenin.”

 

Zijn er nog dingen overgebleven van het ziekenhuis?

Brenda: “Van de inrichting is niet veel over: alles is gestript en opnieuw opgebouwd en ingericht.” Judith: “Wij hoopten dat misschien de zuurstofringen hier nog in de muur zouden zitten, maar die waren er al uit. Er zijn bijvoorbeeld ook geen voormalige operatiezalen die we nu als praktijkruimte zouden kunnen gebruiken. Maar de praktijkruimten die we nu hebben, zijn wel helemaal op maat gemaakt en naar onze wensen ingericht. Die geven je ook echt het gevoel dat je in een ziekenhuis of verpleeghuis bent.”
Brenda: “Er zijn van het oude ziekenhuis nog wel wat spullen overgebleven, het lijkt me leuk om dat straks hier tentoon te stellen, zodat je nog kunt zien hoe het vroeger was.”

 

Het viel me bij aankomst op dat de brede, houten trap naar boven heel uitnodigend is, meer dan de lift. Is dat bewust?

Brenda: “Ja, er zitten nog meer aanpassingen in het gebouw die je nauwelijks opmerkt, maar die wel stimuleren om net een gezondere keuze te maken. Er is in onze vleugels bijvoorbeeld geen lift tussen de vijfde en zesde verdieping, dus studenten nemen vanzelf de trap. Roken is in het gebouw en op het hele terrein verboden, dus als studenten dat willen, moeten ze naar de bushalte lopen. We zijn een gecertificeerde ‘Gezonde school’, er ligt fruit klaar dat studenten gratis mee kunnen nemen, en in de automaten zitten sapjes en fruitsalades.”
Judith: “Zo’n omgeving past bij een opleiding welzijn of zorg. Het heeft met bewustwording te maken: als de gezondheidszorg je werkveld wordt, dan maak je er hier op alle mogelijke manier alvast kennis mee. Als je straks in een ziekenhuis werkt, kun je ook niet tussendoor even een sigaretje roken.”

Welke rol heeft LOB eigenlijk in de opleidingen van ROC TOP?

Judith: “LOB is belangrijk, met name het begeleidende deel: we zijn een kleinschalig ROC met veel individuele aandacht voor de studenten. Elke student heeft vanaf het eerste jaar tot het moment van afstuderen dezelfde mentor. Daardoor kun je echt een band opbouwen, en krijgt de student veel persoonlijke aandacht. Verder zijn onze docenten allemaal mensen uit het vak, dus we weten uit eigen ervaring waar we het over hebben en dat gebruiken we ook in de lessen. In het eerste jaar hebben we het bijvoorbeeld over wat de studenten kunnen verwachten als ze op stage gaan. Hoe is het om voor het eerst iemand te wassen? Dan vertel ik dat ik nog precies weet wie ik heb gewassen, hoe diegene eruitzag en wat die nodig had. Ik zie dan dat studenten zich opgelucht voelen: ze zijn niet die enige die er de eerste keer een beetje tegenop ziet, en ze leren ook dat het snel went. Als het in de les gaat over psychiatrie, kan ik vertellen over mijn ervaringen daar. Met voorbeelden maak je de stap naar de praktijk laagdrempeliger.”

 

Een voordeel van een omgeving met veel zorginstellingen is dat studenten ook vlakbij stage kunnen lopen of gastlessen kunnen volgen. Wordt er al samengewerkt met de andere organisaties?

Judith: “Dat begint te komen. Met het Antonie van Leeuwenhoek hadden we al eerder contact, zij gaan dit jaar gastlessen geven aan onze studenten. We hopen dat we in de toekomst ook bij de andere medische instellingen in het gebouw terecht kunnen voor gastlessen en stageplekken. De diversiteit is een groot voordeel. Als onze studenten bijvoorbeeld stage kunnen lopen bij een bloedbank, is dat een verbreding van hun ervaring. Je hoeft na je opleiding immers niet per se in een verpleeghuis of een ziekenhuis terecht te komen.”
Brenda: “Op dit moment zijn nog lang niet alle verdiepingen en vleugels van het gebouw bezet. Bovendien gaat er dit studiejaar nog veel tijd en aandacht naar de transitie van ROC TOP naar het ROC van Amsterdam. Volgend jaar komen we in rustiger vaarwater en dan worden die samenwerkingen ook verder uitgewerkt.”

 

Je noemt het al: ROC TOP is onlangs onderdeel geworden van ROCvA. Wat verandert er precies voor de studenten?

Judith: “Op dit moment weten veel studenten niet eens dat er een fusie speelt, maar in de toekomst verhuizen onze welzijnsopleidingen naar een andere locatie, en komen de verpleegkunde-opleidingen van ROCvA naar het Slotervaart. Het aantal studenten hier blijft ongeveer 1500, maar de focus ligt dan dus echt op de opleidingen Verpleegkunde en Verzorgende. Er komen nieuwe docenten en studenten bij, dat wordt een onrustige periode. We willen in elk geval dat het Slotervaart de persoonlijke sfeer en de LOB-aanpak van ROC TOP houdt, met veel individuele aandacht voor de studenten.”
Brenda: “Voor sommige studenten is het waarschijnlijk even slikken, want ze kozen bewust voor ROC TOP omdat ze naar een kleinschalig ROC wilden, en nu studeren ze alsnog aan het veel grotere ROCvA. De uitdaging is om te zorgen dat de studenten zich hier thuis blijven voelen. Daarbij kan het gebouw denk ik ook een rol spelen. Het ‘hart’, waar je binnenkomt en waar de gangen van de vier vleugels op uitkomen, is nu nog bijvoorbeeld nog opgeruimd en leeg. Dat wordt in de loop der tijd vanzelf gezelliger, dat heeft gewoon even tijd nodig. Aan de buitenkant ziet het gebouw er groot uit, maar in onze vleugels wordt het vanzelf weer knus.”

 

Denk je dat het in de toekomst ook meer studenten naar de verpleegkunde-opleidingen trekt?

Judith: “Als een student echt gemotiveerd is om een verpleegkunde-opleiding te volgen, maakt het niet uit of die hier zit of ergens anders. Maar voor de opleiding zelf is het wel een voordeel, omdat we met de studenten nu veel gemakkelijker in de keuken van een andere organisatie kunnen kijken. Bovendien geeft het de opleiding meer uitstraling. Ook naar de ouders toe. Ik hoorde laatst een ouder zeggen: ‘Ik weet nog dat mijn moeder hier lag!’ En ouders zijn belangrijk in het studiekeuzeproces, dat kan straks misschien ook meespelen als nieuwe studenten hun opleiding kiezen.” Brenda: “Iedereen kende het Slotervaart, en het hééft gewoon iets om hier te mogen werken of studeren. Ik voel me gewoon trots als ik ’s morgens door de tuin naar de hoofdingang loop. Dan denk ik: ‘Kijk, het Slotervaart, daar werk ik!’”

__________________________________________

 Het Slotervaart als opleidingsplek – wat vinden de studenten?

De vierdejaars studenten Verpleegkunde vinden het leuk dat ze nu in het voormalige Slotervaartziekenhuis studeren. “Als ik het vertel, zeggen mensen vaak ‘Oh, ik dacht dat het gesloten was!’,” zegt Elisa. “Dan vind ik het leuk om uit te leggen dat ik hier nu les heb.” Nikki kende het gebouw nog als ziekenhuis, omdat ze hier wel eens op bezoek kwam. “Het is in het begin wel een gek gevoel, dan kom je in een ziekenhuis dat je kent, en ineens heb je er les. Maar ik vind het wel vet dat we nu hier zitten.”
Junior vindt het een unieke ervaring: “Je komt al direct in contact met de werkvloer, terwijl je nog in je opleiding zit. Op de etages onder en boven ons zitten bijvoorbeeld een diabetisch centrum, een cardiologische kliniek en een medische kinderopvang. Dat geeft een bepaalde chemie in het gebouw.”
Noël merkt dat ook: “Vanochtend stond ik in de lift met mensen van het Diabeter Centrum, die hadden het over dingen waar we het in de les ook over hebben.” De vierdejaars krijgen alleen nog dit jaar les in het voormalige Slotervaart, dus voor hen maakt het niet zoveel uit, voegt ze toe. “Maar voor volgende klassen en nieuwe studenten lijkt het me echt geweldig om in dit gebouw les te hebben.” Het enige dat nóg cooler zou zijn? Dat is als het een écht werkend ziekenhuis zou zijn. Nikki: “Eigenlijk hadden ze het moeten houden!”

__________________________________________

 

Tekst: Anne Wesseling, Fotografie: Hetty van Oijen