Praktijkvoorbeelden LOB

Expertisepunt LOB

Hoe geven vmbo, havo/vwo-, mbo- en hbo-scholen in Nederland vorm aan LOB? Hier vind je ter inspiratie praktijkvoorbeelden. Je kunt de voorbeelden vrij gebruiken voor je eigen LOB-programma. Wil je zelf een mooi praktijkvoorbeeld van jouw school met ons delen? Graag! Stuur ons een bericht naar info@expertisepuntlob.nl. Deze databank wordt periodiek aangevuld met nieuwe praktijkvoorbeelden.

Thema
Ouderbetrokkenheid
Onderwijs
Regio

Vragen uit de hoge hoed op een ouderavond

Een spelvorm voor ouders en leerlingen over loopbaankeuzes en dilemma’s

 

Ouders betrekken bij LOB kan op allerlei manieren. Zo kunnen ouders als deskundigen meehelpen bij LOB-projecten die de school organiseert, zoals bijvoorbeeld bij een speeddate of gastles over beroepen en opleidingen of beroepenmarkt. Vanuit hun rol als ouder worden ouders op steeds meer scholen in een zogenaamd driehoeksgesprek al in de onderbouw betrokken bij het loopbaanproces van hun kind.

‘De manier waarop je LOB optuigt, is bepalend voor het succes’ | Expertisepunt LOB

 

Ook op ouderavonden, zoals bij ouderavonden over studie- of profielkeuzes, is het belangrijk om ouders actief te betrekken.
Een simpele, maar leuke en doeltreffende opdracht is onderstaande spelvorm, waarbij ouders en leerlingen in kleine groepjes om en om een vraag beantwoorden om het gesprek over loopbaankeuzes en eventuele dilemma’s daarbij op gang te brengen. Door ouders op deze manier te betrekken en na te laten denken over hun eigen loopbaanproces wordt het gesprek met hun kind gelijkwaardiger en luchtiger. Het spel kan op een ouderavond worden ingezet in een mentorgroep, maar ook in een grotere ruimte, een aula bijvoorbeeld, kan het spel prima worden gespeeld. Maak de groepjes niet te groot. Een groep van drie of vier leerlingen met hun ouder/verzorger werkt het best. Geef vooraf goede instructies bij het spel. Het is belangrijk dat de kaartjes afwisselend worden getrokken door een ouder en een leerling. Stimuleer de groep om op basis van de vragen en antwoorden met elkaar in gesprek te gaan, vragen te stellen, ervaringen te delen en eventueel feedback te geven als daarom wordt gevraagd. De tijdsduur van het spel is ongeveer 30 minuten. Probeer daarna ook nog wat ruimte te maken voor het delen en uitwisselen van ervaringen vanuit de groepen. Na het spel kan de avond een vervolg krijgen met verdiepende informatie gegeven door de mentor of de decaan, bijvoorbeeld over profiel- of studiekeuze.

 

Hoe werkt het?

  • Nodig: X aantal sets kaartjes op basis van het aantal groepen (zie bijlage voor de kaartjes), uitgeprint op kleur.

  • Een voorwerp waaruit de kaartjes worden getrokken. Dit kan van alles zijn. Leuk is om hiervoor een hoge hoed te gebruiken. Bij feestwinkels zijn deze voor weinig geld te koop en je kunt ze keer op keer gebruiken voor allerlei (LOB)activiteiten, zowel in de onder- als in de bovenbouw of met collega’s op een studiedag.

 

Werkwijze:

  • Maak groepjes van maximaal vier ouders en vier leerlingen. Probeer te zorgen voor diversiteit binnen de groepen, bijvoorbeeld door rekening te houden met de beroepen van de ouders of loopbaanvragen van de leerlingen.

  • Geef ieder groepje een hoge hoed met kaartjes met vragen.

  • Om en om trekt ieder lid van de groep een kaartje van de eigen kleur (ouders blauw, leerlingen oranje). De vragen zijn bedoeld als gespreksstarter.

Als de tijd het toelaat is het leuk om de groepjes te vragen hun meest verrassende antwoorden, inzichten of vervolgstappen te delen. Ouders en leerlingen vinden het in het algemeen erg leuk om op deze manier met elkaar in gesprek te gaan en vragen te beantwoorden die misschien nog niet eerder gesteld zijn. Het geeft zowel de ouders als de leerlingen inzicht in de belangrijke rol van loopbaanontwikkeling in ieders leven.

________________________________________________

TIPS

________________________________________________

>

“Jongeren beslissen zélf over hun studiekeuze, maar ouders zijn hun belangrijkste adviseur”

Wat is de rol van ouders bij de studiekeuze van hun kind?


Volgens Hermien Miltenburg, oudervoorlichter aan de Universiteit Wageningen, is die rol groter dan veel ouders denken. Haar advies? Wees een klankbord, let op kwaliteitsverschillen tussen studies, en pak af en toe een ‘reigermoment’. En vooral: laat zien dat het ook een leuke zoektocht is.

Waar kun je als ouder van een jongvolwassene terecht als je je kind wilt helpen met de studiekeuze? Eigenlijk nergens, merkte Hermien Miltenburg vijftien jaar geleden, toen haar eigen kinderen met de studiekeuze bezig waren. Als docent Nederlands kende ze de wereld van hbo en universiteit van binnenuit. Maar toch: als ze als ouder ergens voor informatie aanklopte, hoorde ze louter wervingspraatjes: ’Onze opleiding is de beste’.
Ze merkte dat andere ouders ook moeite hadden hun weg hierin te vinden en stapte naar het bestuur van Wageningen University & Research (WUR), waar ze werkte. “Ik kaartte het aan als een maatschappelijk probleem. Instellingen voor hoger onderwijs hebben een bredere taak dan alleen de werving van studenten. Het gaat ook over voorlichting, aan studenten én aan ouders.” Ze vond gehoor en sindsdien ondersteunt ze ouders bij het ondersteunen van hun kind bij de studiekeuze. Dat doet ze niet alleen aan de WUR maar ook daarbuiten, onder meer via het blog
studiekeuzekind.nl (450.000 jaarlijkse bezoekers) en de Facebookgroep Ouders en Studie (ruim 4000 leden). Door die media heeft ze ook inzicht in de actuele vragen waar ouders mee zitten. “Die gaan op dit moment, ik pak de gegevens erbij, vooral over geldzaken. Bijvoorbeeld ‘Kan mijn kind ook bij een hogeschool of universiteit in de buurt deze studie volgen, zodat het niet op kamers hoeft? Het is allemaal zo duur!’ Ouders hebben ook veel vragen over studiefinanciering en over andere financiële regelingen voor studenten, zoals de aanvullende beurs.”

Het grote aantal financiële vragen vind ze ‘schrikbarend’. “De studiekeuze moet in de eerste plaats gaan over de kwaliteit van de studie, niet over geld! Ouders hebben vaak niet in de gaten dat er grote kwaliteitsverschillen zijn tussen onderwijsinstellingen, terwijl meer inzicht hun kind echt kan helpen bij het maken van een succesvolle keuze.”

 

Kijken de studiekiezers daar zelf niet naar?

“Ik weet, ook vanuit mijn eigen ervaring met mijn eigen kinderen, dat studiekiezers vaak vooral uitgaan van ‘Wat vind ik leuk?’, en ‘Is dit een leuke stad?’ Maar als je een nieuwe smartphone koopt, kijk je toch ook naar de technische specificaties, en naar de reviews? Daar ligt echt een taak voor ouders: help je kind de kwaliteit van opleidingen te vergelijken. Dat kan via studiekeuze123.nl of de Keuzegidsen hoger onderwijs. Die cijfers zijn vaak een openbaring. Er zijn opleidingen waar de helft van de studenten twee jaar studie vertraging heeft. Bij diezelfde opleiding in een andere stad hebben de studenten vrijwel geen studievertraging. Daar zijn ook wel verklaringen voor. Opleidingen mogen zelf bepalen hoeveel uren ze les geven. Dat kan bij de ene onderwijsinstelling twaalf uur zijn en bij de andere 25, voor dezelfde studie. Dat heeft invloed op de studieresultaten, terwijl het collegegeld hetzelfde is. Dus ik zeg altijd tegen ouders ‘Kijk daar alsjeblieft naar!’ Het zijn harde feiten. Of je kind er iets mee doet is een tweede, er spelen ook andere dingen mee, maar het moet wel bekend zijn.”

 

Jongeren nemen graag hun eigen beslissingen. Hoe help je je kinderen om een passende studie te kiezen?

“Als ouder moet je in principe achteroverleunen, want de primaire taak voor de studiekeuze ligt inderdaad bij de jongvolwassenen zelf. Maar jongeren vinden de studiekeuze moeilijk. Toen ik les gaf, hoorde ik vaak van studenten: ‘Mijn ouders moeten mij zelf laten kiezen, maar ze zijn wel mijn belangrijkste adviseur.’ Dan vroeg ik natuurlijk ‘Maar jouw ouders weten toch niks van biotechnologie?' ‘Nee, maar ze weten wel wie ik ben.’ Dat is toch een prachtig antwoord? Jongeren willen graag dat je een beetje meekijkt, en af en toe een slimme vraag stelt, en ze helpt om te ontdekken wie ze eigenlijk zijn. Dat is je primaire rol als ouder, op alle terreinen, dus ook bij de studiekeuze: dat je je kind een spiegel voorhoudt, en het helpt ontdekken ‘Wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik? Waar word ik gelukkig van?’ Dat zijn basale levenskeuzes die verder gaan dan de studiekeuze.”

 

Heb je voorbeelden van dat soort slimme vragen?

“Het kunnen kleine vragen zijn, gewoon tussendoor. ’Wat vind jij nou interessant?’ ‘Wat maakt dat jij dingen leuk vindt?’ Of: ‘Ik zie dat jij het hartstikke mooi vindt om in het bos te wandelen. Wat doet dat dan eigenlijk met je?’ Dat soort kleine bij elkaar geven ook invulling aan grote vragen: wie ben jij, waarin wil jij betekenisvol zijn? Een mooie vraag vind ik ook: ’Stel nou dat alles zou kunnen op de hele wereld en dat jij ook alles zou kunnen, wat zou je dan willen bereiken?’ Dat soort onmogelijke fantasieën helpen een jong volwassene. En mij trouwens ook, nu ik net met pensioen ben.”

De meeste pubers willen echt niet een hele avond over hun studiekeuze praten. Maar dan komt er een momentje, als je samen in de auto zit of in het bos of aan tafel, dat je net die ene vraag kunt stellen. ‘Waar krijg je eigenlijk complimenten over?’ Dat zijn ‘reigermomentjes’: je zit even stil, je neemt afstand om de situatie te overzien. Ik woon in een klein dorp, en ik had de beste gesprekken met mijn kinderen in de auto, als ik ze wegbracht naar het uitgaan. Dan zit je in het donker in zo'n auto, ze zijn afhankelijk van je, ze kunnen niet weg. En dan had ik zo'n reigermoment-vraag, die ze kon prikkelen in dat proces van uitvinden wie je eigenlijk bent. ‘Wat vind je nou eigenlijk leuker om te doen op school: je heel erg verdiepen in een theorie, of juist bezig zijn met een oplossing?’ Zo’n vraag kan helpen bij de keuze tussen een hbo of universitaire studie.”

 

Er zijn misschien ook ouders die hun kind bij de studiekeuze juist willen loslaten.

“Dat kan helemaal niet. Je houdt van je kind, en daarom laat je onbewust toch blijken wat je ergens van vindt en je kind pikt het op. De meeste jongeren willen dat hun ouders trots op ze zijn. Als jongvolwassene zoek je naar een plek waar je een klik hebt, waar je denkt dat je het leuk hebt, én onbewust wil je ook iets doen waar je ouders achter staan. Soms clasht dat, dat hoort er ook bij.
Je moet als ouders van die studiekeuze in ieder geval geen probleem maken, want dat probleem voelen de jongeren toch wel: ‘Oh jee, studiekeuze, moeilijk!’ Hou je kind daarvan weg. Maak het leuk. Ik sprak een studente die met haar moeder een hele rondreis door Nederland maakte. Een jaar lang reserveerden ze om de zoveel tijd een zaterdag om een dagje naar een universiteit of hogeschool te gaan en de sfeer op de campus te proeven. Ze gingen dan ook meteen de stad verkennen. Je kunt dat gewoon doen, je hoeft niet te wachten op een open dag.”

 

Wat is er de afgelopen vijftien jaar veranderd, in de studiekeuzebegeleiding?

“Universiteiten en hogescholen realiseren zich nu veel meer dat ze niet alleen studenten moeten werven, maar dat het ook belangrijk is om te kijken ‘Pas jij hier bij ons?’ Het heeft geen zin om een student te werven die binnen een paar maanden uitvalt. Dat is echt gekanteld en dat vind ik een positieve ontwikkeling.
Een negatieve ontwikkeling vind ik dat er veel studies zijn ontstaan, die vaak niet eens zoveel verschillen. Ik zou willen dat de Rijksoverheid daar paal en perk aan stelt. Vaak begint een studie met een soort basisjaar waarin studenten van verschillende richtingen dezelfde vakken volgen. Waarom begin je dan niet sowieso met zo’n basisjaar? Dat kan voor de verschillende aandachtsgebieden, zoals life sciences, taal en cultuur, economie, geografie, sociologie. Tijdens dat jaar krijgen studenten dan vanzelf meer inzicht in de studie en het werkveld en van daaruit kunnen ze kiezen voor een van de specialisaties.”

 

Het aantal studenten dat switcht of uitvalt is nog steeds hoog. Hoe kun je daarmee het beste omgaan, als ouder?

‘Ik ontmoet ouders die zich schuldig voelen als hun kind zakt voor een tentamen of stopt met de studie. Begrijpelijk, dat had ik ook. Maar het is echt niet meer jouw verantwoordelijkheid. Dus je mag je best even waardeloos voelen, maar daarna moet je toch weer in je ouderrol gaan zitten: ‘Ik wil een veilig thuis voor je zijn. Bij mij is het altijd goed.’ Dat is ontzettend belangrijk. Er is veel stress onder studenten en dat heeft ook te maken met studievertraging. Studenten die van studie veranderen of stoppen, denken dan ‘Wat zullen mijn ouders wel niet zeggen!’, terwijl ouders in hun leven al het een en ander hebben meegemaakt. Niet alles in het leven gaat goed, af en toe vallen dingen tegen of maak je verkeerde keuzes. Dat hoort er gewoon bij. Ook dát is goed om eens een keer te bespreken met je kind.”

 

Het is voor de ouders ook een nieuwe fase.

“Met iedere fase van je kind groei je als ouder ook weer en met deze fase ook. Dat is leuk, want je gaat als ouder ook nadenken over wat jóu gelukkig maakt en wat jíj wilt met je leven. Het is een mooi moment om zelf ook uit de rijdende trein te stappen en even rust te nemen of iets anders te gaan doen. Zelf ben ik een opleiding communicatie gaan volgen, toen mijn kinderen gingen studeren. Met name van moeders van studiekiezers hoor ik vaak zeggen ‘Het is zo leuk allemaal, was ik maar jong, dan ging ik óók studeren!’ Doe het! Waarom niet? Al vraag ik die enthousiaste moeders wel om een beetje terughoudend te zijn: doe je eigen studiekeuzeproces buiten je kind om.”

Nog even die financiële zorgen. Vind je dat ouders moeten bijdragen?

“Er is een basisbeurs en een aanvullende beurs van maximaal zo’n 400 euro per maand, die gebaseerd is op het inkomen van de biologische ouders. Als je kind geen aanvullende beurs krijgt, zou ik het niet gek vinden als jij je kind dan die 400 euro schenkt, omdat jouw inkomen de reden is dat je kind die aanvullende beurs, of een deel daarvan, niet krijgt.
Maar meer hoeft niet. Een studie moet betaald worden door drie partijen. De Rijksoverheid, door de basisbeurs, de leenfaciliteit en het lage collegegeld, want de overheid heeft baat bij een opgeleide bevolking. De ouders, als die dat financieel kunnen, want zij hebben baat bij een gelukkig kind met een fijne baan. Maar studenten zelf moeten ook bijdragen. Als je de keuze maakt om te gaan studeren moet je daar ook de verantwoordelijkheid voor nemen door zelf financieel te investeren.”

 

Toch drukt die schuld op studenten.

“Die studieschuld is niet leuk, maar ook niet onoverkomelijk. De rente is nog altijd lager dan de inflatie, en er staat straks wel een mooi salaris tegenover. Het is wel goed om na te denken over wat je studieschuld betekent in relatie tot het salaris dat je mag verwachten. Dat laatste kun je trouwens ook gewoon opzoeken, in een van de Keuzegidsen. Alleen: als je definitief stopt en geen studie afmaakt, moet je alles terugbetalen, niet alleen wat je hebt geleend, maar ook je basisbeurs en aanvullende beurs en ov-kaart. Dat is natuurlijk wel een aandachtspunt.”

 

Nog even een reigervraag: Als alles kon en jij kon alles, wat zou je dan doen?

“Dan zou ik met álle ouders van Nederland willen praten, zoals ik nu met jou praat. Het belangrijkste dat ik ze mee zou geven is: houd van je kind. Help je kind te ontdekken wie hij of zij is, dat is de beste manier om te helpen bij de studiekeuze. Natuurlijk is het soms lastig, want je wilt je kind helpen en tegelijkertijd niet teveel sturen. Maar het is een mooie tocht, om een kind daarin te begeleiden.”

______________________________________

  1. Check de kwaliteit van opleidingen
    De website Studiekeuze123.nl bevat korte beschrijvingen van opleidingen, maar ook cijfers over hoeveel studenten de studie afronden en hoe lang ze daarover doen. De Nationale Studenten Enquete  geeft de mening van studenten over hun opleiding en de begeleiding. De Keuzegidsen Hoger Onderwijs  gaan nog dieper op studies in en vermelden bij studies bijvoorbeeld ook het aantal contacturen en het verwachte toekomstige salaris.

  2. Zorg voor ‘reigermomenten’
    Stel je kind op een rustig moment een vraag die helpt om inzicht te krijgen in wie je kind is en wat bij hem of haar past. ‘Waar krijg je op school complimenten over?’ ‘Welk vak vind je eigenlijk het leukst?’ ‘Vind je het fijner om iets uit te puzzelen of om praktisch bezig te zijn?’

  3. Maak het leuk!
    De fase van studiekeuze is ook een nieuwe fase voor ouders. Maak er samen met je kind een ontdekkingstocht van, en kijk ook naar je éigen plannen en wensen. Waar word jíj eigenlijk gelukkig van?

______________________________________

Tekst Anne Wesseling
Fotografie Hetty van Oijen

>

De Walburg College Tour

Hoe het programma College Tour van Twan Huys, de ‘Walburg College Tour’ werd.
 

Mustapha Saidi, docent en projectleider D&P, vertelt hoe het programma College Tour van Twan Huys, de ‘Walburg College Tour’ werd.
“We waren op school al gewend om af en toe gastsprekers uit te nodigen om te komen vertellen over hun beroep en loopbaan. Wat ik echter merkte was dat leerlingen de verhalen van de gastsprekers niet altijd interessant vonden. Die waren soms monotoon en saai, waardoor het verhaal van de gastspreker niet goed overkwam. De gastspreker was ook niet altijd capabel om vragen van leerlingen op een goede manier te beantwoorden. Toen ik op een avond het programma College Tour op tv zag, dacht ik hé waarom kunnen wij dat niet op school organiseren? De schoolleiding vond het een goed idee en zo startte ik samen met mijn collega Esther Slaa de Walburg College Tour. Qua opzet moest het verfrissend worden, anders en vol met dynamiek en interactie tussen spreker en publiek, de leerlingen dus.”

Hoe is de College Tour bij jullie op school opgebouwd?

“Op onze school hebben we een theaterzaal waar 250 mensen in passen. Dat is dus een ideale ruimte voor de Tour. De spreker die komt houdt eerst een pitch over zichzelf van ongeveer 20 minuten, wordt daarna geïnterviewd door een van onze docenten en beantwoordt vragen van leerlingen uit de zaal. De docent is meestal een collega die een vak geeft dat past bij het verhaal van de spreker. Zo wordt een spreker die iets komt vertellen over cryptovaluta geïnterviewd door een docent economie. We voegen soms ook een stukje entertainment toe aan het verhaal van de spreker. Zo hadden we bij de spreker die kwam vertellen over klimaat en duurzaamheid (de Klimaatburgemeester), een woordkunstenaar gevraagd een rap te maken op basis van een aantal kernwoorden op het gebied van klimaat en duurzaamheid. Deze rap was zo’n groot succes dat er in samenwerking met de gemeente nu een clip van is gemaakt!”


Hoe kom je aan interessante sprekers?

“Soms vragen we een ouder van de school, maar meestal probeer ik via mijn eigen netwerk sprekers te vinden die passen bij onderwerpen die leerlingen interessant vinden. Via via is het bijvoorbeeld gelukt om één van de gebroeders Anker te ‘strikken’. Hij komt in 2023 zijn verhaal vertellen over de advocatuur en alles wat daarbij komt kijken. Ook hadden we een arts, een ouder, die aan de wieg stond van het coronamedicijn en verder twee goochelaars/illusionisten die zich tijdens hun verhaal ook richtten op keuzestress, studievaardigheden en LOB. Op het programma staat ook nog een voormalig profvoetballer die onder andere vertelt dat je je niet moet blind staren op 1 bepaald toekomstbeeld. In zijn geval lukte het niet om carrière te maken als profvoetballer en was hij blij dat hij kon terugvallen op een studie.”
 

Zijn er nog dingen die je wilt verbeteren?

“Ik vind dat de reflectie van leerlingen op de Tour nog beter kan en ook zou ik graag willen dat meer van mijn collega’s komen kijken en luisteren naar de sprekers, zodat zij meer betrokken raken bij LOB.”

De College Tour is bedoeld voor havo- en vwo-leerlingen uit klas 3 tot en met 6. Het is niet verplicht om aan de College Tour deel te nemen, maar bij deelname kunnen de leerlingen een reflectieverslag inleveren dat onderdeel vormt van hun LOB-dossier. Dit schooljaar zal er ook een versie van de College Tour voor de mavo worden ontwikkeld.

Wil je bij jou op school ook een College Tour organiseren? Je bent van harte welkom om een keer te komen kijken bij een College Tour op het Walburg College. Ook is Mustapha bereid om je te helpen bij het organiseren van jouw eerste Tour. Helemaal mooi zou het zijn als er een samenwerking ontstaat met een aantal scholen, zodat sprekers kunnen worden uitgewisseld.

--------------------------------------------------------------------------------------

TIPS

  • Zorg voor een goede screening van de spreker zodat je niet voor verrassingen komt te staan en zeker weet dat het cv van de spreker klopt.

  • Investeer in een goede voorbereiding van het gesprek met de spreker zodat er heldere afspraken gemaakt kunnen worden.

  • Informeer leerlingen én hun ouders op tijd. Op het Walburg College gebeurt dat onder andere via social media (Instagram en Facebook) en via de weekbrief.

>

Over de streep: een spel om de overstap naar het mbo te verbeteren

Met 'Over de streep' kun je leerlingen maximaal in staat stellen zich te verdiepen in opleidingen, zodat ze betere studiekeuzes kunnen maken

Het Zaans Verbond is een samenwerking tussen het Regio College en vijf vo-scholen in de regio Zaandam. De scholen hebben regelmatig overleg en werken vanuit gezamenlijke ambities om ervoor te zorgen dat Zaanse leerlingen zich zo goed mogelijk voorbereiden op de overstap naar het mbo. Deze ambities gaan bijvoorbeeld over het werken vanuit een doorlopende leerlijn, maar ook is er een heel concreet project ontwikkeld: ‘Over de streep’. Saskia Bouma, teammanager loopbaanadvies bij het Regio College, heeft het programma voor dit project samen met verschillende mensen van de Zaanse vo-scholen ontwikkeld.

 

Wat is het belangrijkste doel van ‘Over de streep’?

“Wat we willen is dat leerlingen maximaal in staat worden gesteld om zich te verdiepen in opleidingen, zodat ze betere studiekeuzes kunnen maken. We weten allemaal dat dit voor leerlingen die nog zo jong zijn niet gemakkelijk is. Vaak weten ze niet goed welke kwaliteiten en talenten ze hebben en welke opleidingen daarbij kunnen passen. Om hier meer inzicht te krijgen, ontwikkelden wij ‘Over de streep’. Het programma is bedoeld voor vmbo-leerlingen en vindt plaats in oktober en/of november van het derde leerjaar.”

 

Hoe ziet het programma er in de praktijk uit?

Het programma bestaat uit drie lessen en iedere les heeft een centraal thema: wie ben ik, wat wil en wat kan ik?

De eerste les is echt een fysieke les, een spelletje eigenlijk. Het spel wordt binnen het onderwijs wel meer gespeeld, maar wij hebben het doorontwikkeld als échte LOB-les. In een ruimte (klaslokaal, gymzaal) trek je een streep. Leerlingen gaan allemaal aan een kant van de streep staan en krijgen stellingen voorgelegd die passen bij een bepaald menstype. Past deze stelling bij jou? Dan stap je over de streep. Bij ieder menstype hoort een bepaalde kleur, als de leerling over de streep is gestapt krijgt hij een stokje in de betreffende kleur. Aan het eind van de les wordt geteld van welke kleur stokjes het meest zijn verzameld. Daarna krijgen de leerlingen een overzicht van alle genoemde menstypen en de opleidingen die daarbij kunnen passen. Leerlingen kruisen vervolgens op een formulier aan welke van die opleidingen ze interessant lijken. Deze eerste les wordt vaak door mij of een van mijn collega’s op de vo-school gegeven, samen met de mentor van de klas. Daarna volgt een ‘train de trainer’ voor mentoren zodat tijdens de volgende twee lessen, de mentor het stokje van ons kan overnemen.

In de tweede les gaat het over complimentjes geven. Waar ben je goed in? Dit gaat ook aan de hand van stellingen: Is er een feestje, dan kun je mij vragen! (goed in organiseren). Leerlingen plakken bij zichzelf en bij klasgenoten stickers op om kwaliteiten in beeld te brengen. Leerlingen vinden dit vaak erg leuk om te doen! Aan het einde van deze les worden de kwaliteiten verzameld en opgeschreven. De leerlingen krijgen een huiswerkopdracht mee om thuis met hun ouders te doen. Herkennen de ouders de complimenten/kwaliteiten van hun kind? Hebben ze er kwaliteiten aan toe te voegen?

De leerlingen komen naar de derde les met een top 5 van hun kwaliteiten. In de derde les voeren de leerlingen in de digitale omgeving van het programma in wat ze de eerste twee lessen hebben opgehaald en geleerd over zichzelf. Als dat is gebeurd doen ze het (digitale)spelletje ‘wat wil ik?’. Dit gaat op basis van plaatjes en ja/nee vragen. Wil ik in een ziekenhuis werken? Wil ik op een kantoor werken? Aan het eind van de derde les maken de leerlingen binnen de digitale omgeving een actieplan, waarin ze onder andere noemen welke opleidingen ze gaan bezoeken op de open dag. Middels een thuisopdracht worden ouders betrokken om mee te kijken of zij de keuzes herkennen”

 

Wat een mooi programma! Hoe gaat het hierna verder, bijvoorbeeld in klas 4?

“In de eerste plaats kan de mentor nu zien wat de leerling in de drie lessen heeft gedaan en wat dat heeft opgeleverd, daar kan de mentor dan verder met de leerling over in gesprek. De leerling heeft als het goed is veel over zichzelf geleerd en gaat met een concreet plan naar de open dag en weet beter welke opleidingen voor hem of haar interessant zijn om daar te gaan bekijken.

We gaan nog een opdracht ontwikkelen voor vierdejaars leerlingen die aansluit bij ‘Over de streep’. Het loopbaanproces van een leerling is natuurlijk niet statisch en er kan nog van alles gebeuren, waardoor ze veranderen van idee over welke opleiding het best bij ze past. Feit is dat de verlengde intake voor wat betreft opleidingskeuze bij ons is gehalveerd. Het programma levert dus echt iets op! Een van onze andere ambities is om een vergelijkbaar programma te ontwikkelen voor onze mbo-studenten, waarbij de focus dan ligt op de overstap naar de arbeidsmarkt en op werkwaarden.”

 

Kunnen scholen die zelf met ‘Over de streep’ aan de slag willen contact met je opnemen?

“Zeker! Als je meer wilt weten over dit programma kun je sowieso een kijkje nemen op www.overdestreepnoordholland.nl Je kunt dan een persoonlijk account aanmaken en het programma digitaal uitproberen. Ook is er de mogelijkheid om bij ons een kratje te bestellen (tegen kostprijs plus verzendkosten), waarin je al het materiaal vindt dat nodig is voor de drie beschreven lessen: een streep, stokjes, lesbrieven etc.”

>

Een goed gesprek tussen ouders en leerlingen over (studie)keuzes

We hadden voor het eerst een lekker ontspannen aanleiding om met elkaar in gesprek te gaan over de toekomst!


Zomaar een van de reacties van een ouder die heeft meegedaan aan een programma van drie avonden over praten met je kind over studiekeuze op SG Guido uit Amersfoort.

Hans Roorda is decaan op deze school. Naast zijn baan als decaan (en voormalig docent Duits en LO), is Hans expert-trainer bij de Loopbaangroep en bestuurslid van het TussenjaarKenniscentrum. Op basis van alle kennis en ervaring die Hans heeft opgedaan ontwikkelde hij een programma waarbij ouders en hun kinderen écht met elkaar in gesprek gaan over (studie)keuze, zonder oordeel of sturing, maar door naar elkaar te luisteren.

Doelgroep zijn leerlingen uit h4 en v5 met hun ouders. Deelname is vrijwillig en bedoeld voor wie kiezen (nog) lastig vindt.

Avond 1, (oktober) Praat samen!

Centraal op deze eerste avond staat de vraag ‘hoe voer je een goed gesprek over de toekomst, wat doe je vooral wel en wat beter niet?’ Hans: “We beginnen de avond met het kijken naar een filmpje over een gesprek tussen een vader en een zoon over de studiekeuze van de zoon. De vader doet hierbij zo’n beetje alles fout. Je ziet de vader sturend te werk gaan, er ontstaat irritatie, de vader neemt dat wat de zoon echt leuk vindt en waar hij goed in is niet serieus genoeg, enzovoort. Na het filmpje krijgen de leerlingen en ouders een aantal vragen voorgelegd: ‘wat viel je op?’, ‘wat ging goed?’, ‘wat kan beter?’ Op deze manier ontdekken zowel de ouders als de leerlingen, eerst apart van elkaar, een overlappend aantal gespreksregels, eigenlijk hoef ik daar dan niet veel meer aan toe te voegen.” Nadat de gespreksregels op een poster zijn geschreven gaan de leerlingen in een aparte ruimte aan het werk met de zogenaamde Droomopdracht: hoe ziet je leven eruit over vijf jaar? Hans: “Ik ben dan even alleen met de ouders en dan zeg ik: ‘Wat u vooral niet moet doen is straks aan uw kind vragen om even voor te lezen wat er op het papiertje met de opdracht staat. Waarschijnlijk drukken ze jullie het papiertje in de hand. Beter is het om te zeggen: ‘Nee, vertel eens, waar gaat jouw droom over, wat heb je bedacht, waar ben je over vijf jaar?’. De leerlingen vinden het vaak best spannend om hun droom met hun ouders te delen, maar uiteindelijk komt er een glimlach op hun gezicht en dan weet ik dat de opdracht geslaagd is.”

Avond 2 (december) Doe het samen!

“Ik begin deze avond met het geven van informatie over het puberbrein. Bijvoorbeeld over dat het helemaal niet gek is dat kinderen van deze leeftijd niet ver vooruit denken omdat hun pre-frontale cortex nog niet voldoende ontwikkeld is en dat bijvoorbeeld de vraag of er later wel werk is bij een gekozen opleiding niet ‘des tieners’ is. De kern van deze avond is ‘Zoek en praat samen’. Help je kinderen vooruit te denken en ga bijvoorbeeld samen naar een open dag. Stel vragen, toon begrip voor je puber en neem hem/haar serieus.” Aan het einde van deze avond maken de leerlingen een testje, bijvoorbeeld op Studiekeuze123. Hans benadrukt hierbij dat dit testje ook vooral bedoeld is als gespreksstarter. Ouders kunnen naar aanleiding van de uitslag van de test vragen stellen als ‘wat vind je van deze uitslag?’, ‘ben je verrast door de uitslag?’, ‘wat wil je verder gaan onderzoeken?’, etc.

Avond 3, (januari) Reflecteer en zoek samen!

Op deze avond is er een forumgesprek met oud-leerlingen die aanwezig zijn als ervaringsdeskundigen. Zij vertellen over de keuzes die zij hebben gemaakt en delen ervaringen over het studentenleven. Ouders en leerlingen worden uitgenodigd zoveel mogelijk vragen te stellen aan de oud-leerlingen. Het tweede deel van de avond worden ouders en leerlingen wegwijs gemaakt op internet. Waar vind je wat als je meer wilt weten over bijvoorbeeld bepaalde opleidingen? Hierbij wordt ook ingegaan op de fase waarin de leerling op dat moment zit en welke studiekeuzeactiviteiten daarbij kunnen passen. Hans: “We delen die avond een heel lijstje met linkjes die ouders en hun kinderen thuis verder kunnen helpen om het gesprek voort te zetten.

We merken dat na afloop van de drie avonden er beweging is ontstaan en het gesprek thuis aan de keukentafel verder kan worden gevoerd op een meer ontspannen en constructieve manier.”

__________________________________________________

Voor leerlingen uit de eindexamenklassen organiseert Hans in maart van een schooljaar een workshop over het bedenken van een plan voor een tussenjaar en de aandachtspunten hierbij.

Zie hiervoor ook: Informatie over het tussenjaar is een onmisbaar onderdeel van LOB | Expertisepunt LOB

__________________________________________________

>

Motivatieproject klas 5

Oefenen met het onder woorden brengen van je talenten!
 

Motiveren waarom je voor een bepaalde studie kiest is zo makkelijk nog niet. En wat als je nog helemaal niet weet wat je wilt gaan doen na je eindexamen?
Om leerlingen meer inzicht te laten krijgen in hun motieven en drijfveren bij studiekeuze, organiseren ze op het Ignatiusgymnasium in Amsterdam, voor leerlingen uit de vijfde klas, het Motivatieproject. Het Motivatieproject bestaat in de eerste plaats uit het verwoorden van je motivatie voor een bepaalde opleiding in de vorm van een (digitale)brief. Deze brief wordt geschreven tijdens een mentorles. Leerlingen die nog niet precies weten wat ze na hun eindexamen willen doen of zijn vastgelopen in het studiekeuzeproces, schrijven daarover: waar ben je goed in, wat vind je interessant, welke opleidingen passen daar eventueel bij, wat heb je tot nu toe gedaan om erachter te komen wat bij je past, wat heb je nodig van de school en je omgeving om een keuze te kunnen maken?

De brieven worden verzameld door de decaan en die deelt de leerlingen in in kleine groepjes. Deze groepjes gaan onder leiding van twee volwassenen ­ ouders van de school - in gesprek over hun motivatiebrieven. Tijdens de gesprekken krijgen de leerlingen niet alleen feedback van de betrokken ouders, maar ook van elkaar. Dit maakt de gesprekken extra waardevol: leerlingen zijn eerlijk naar elkaar toe en geven goede feedback is de ervaring. Ook leren ze veel van het luisteren naar elkaar en het ontdekken van elkaars motivatie voor wat betreft een studiekeuze. Er wordt ruim de tijd genomen voor de gesprekken.

>

Studiekeuze stripboek

Op een luchtige en toegankelijke manier uitleggen waar studiekeuze over gaat!

Decanenkring Arnhem en Wageningen University ontwikkelden samen het Studiekeuze Stripboek over de stappen die je moet zetten om een hbo- of wo-studie te kiezen. Bij elke stap in het proces horen een striptekening en vijf tips. Het stripboek helpt jongeren en ouders op een luchtige manier over studiekeuze te praten. Ook ouders die zelf niet gestudeerd hebben of uit een ander land komen, kunnen de strips en tips lezen. Voor mensen die meer willen weten is er bij elke strip een verdiepend artikel.

>